Smartnewz AR 2019/533
Minimet is een bedrijf in grond- en graafwerk en onderhoud van ondergrondse kabels en leidingen. Voor het werk leaset zij een Mercedes Benz Sprinter. De bus verzekert Minimet bij ASR. Bij een werk aan de waterleiding, parkeert een medewerker de bus in een parkeervak, met de achterkant gericht op de plek waar gegraven dient te worden. Op die manier zijn gereedschappen en materialen binnen handbereik. Het gegraven gat zetten de werklui af met pionnen, een schild en afzethekken. Ook de bus staat binnen het afgezette gebied. De achterklep staat tijdens het werk open, de medewerker heeft de sleutel in zijn zak. Vanuit het gegraven gat, dat maximaal 1 meter 30 diep was, kunnen de werklui de bus (die ruim 2 meter hoog is) gewoon zien. De bus wordt gestolen. ASR weigert op grond van de polisvoorwaarden dekking met als belangrijkste argument dat de bus onbeheerd is achtergelaten en niet goed is afgesloten. Ook beroept ASR zich op het formele verweer dat Minimet geen eigenaar van de bus is en deze dus ook niet conform de polisvoorwaarden kan overdragen. Dat is voorwaarde voor een schadevergoeding. Ook heeft Minimet geen belang bij de ingestelde vordering omdat zij als niet eigenaar van de bus ook geen schade lijdt. Minimet heeft de resterende leasetermijnen voldaan en is als gevolg daarvan (inmiddels) eigenaar van de bus, in ieder geval was zij dat op het moment van dagvaarden. Daarop geeft de advocaat van ASR aan dat eigendomsoverdracht door Minimet mogelijk is. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan de formele verweren van ASR. De polisvoorwaarden bepalen dat geen schade wordt vergoed als een voertuig onbeheerd is achtergelaten en niet goed is afgesloten, hetgeen volgens de rechter een voorbeeld is van het niet voldoen aan de eis om al het nodige te doen om diefstal te voorkomen. Deze zaak spitst zich daarom toe op de vraag of er sprake is van het onbeheerd achterlaten en niet goed afsluiten van het voertuig, aldus de kantonrechter. Deze oordeelt vervolgens dat Minimet goed voor haar bus zorgde. Deze stond op een afgezette plek, direct naast waar werd gewerkt. In dat geval is er geen sprake van onbeheerd achterlaten. In de gegeven situatie is evenmin onzorgvuldig dat de bus niet was afgesloten. De sleutel zat niet in het contact maar in de zak van de bestuurder. Om het werk te kunnen doen, moeten de werklui constant in de bus kunnen om gereedschap en materialen te pakken en terug te leggen. De deuren van de bus waren dicht, behalve de achterklep. Van de medewerkers van Minimet kan niet worden gevergd dat de bus volledig werd afgesloten, dat maakt het verrichten van werkzaamheden erg onpraktisch en omslachtig. De kantonrechter vindt dat Minimet er alles, wat van haar verwacht mag worden, aan heeft gedaan om diefstal te voorkomen en dat er in ieder geval geen sprake is van het onbeheerd achterlaten van de bus. De kantonrechter veroordeelt ASR een bedrag van € 10.775,00 , zijnde de getaxeerde waarde minus het eigen risico, aan Minimet uit te keren. De toewijzing van rente koppelt de kantonrechter aan de datum van dagvaarden, nu op dat moment ook de mogelijkheid van eigendomsoverdracht en de melding van diefstal bij ASR met zekerheid vaststaan.
Robert Lonis LVG Advocaten