Smartnewz AR 2019/121

Na een scheiding vreest een ondernemer dat zijn ex‐partner beslag zal laten leggen op vermogensbestanddelen van de besloten vennootschap waarvan hij directeur/grootaandeelhouder was. Als houder van toonderaandelen (NV) verwacht hij anoniem te zijn. Via de notaris regelt hij een aandelenemissie, waarbij zijn nieuwe partner eveneens aandelen verwerft. Daarna treedt hij als bestuurder (formeel) terug en treedt de partner van de ondernemer aan als bestuurder. Om de emissie te bewerkstelligen was een bedrag van € 50.000,‐ nodig. De ondernemer regelt dit bedrag via zijn zus, die hem eerder ook al financieel uit de brand hielp. In een e‐mail schrijft hij zijn zus dat zij 36 aandelen zou kopen (verkrijgen). Zij schrijft het bedrag over (direct) op de kwaliteitsrekening van de notaris, onder vermelding ‘aankoop aandelen … n.v.”. Vervolgens vindt de emissie plaats. Daarna verwateren de aandelen, die op één na bij de ondernemer blijven. Het andere aandeel houdt zijn partner. Tussen de ondernemer en zijn zus wordt een overeenkomst van geldlening opgemaakt. Na enige jaren schrijft de zus de ondernemer aan over de € 50.000,‐, welk bedrag zij verstrekte met het doel bezittingen en vermogen te verstoppen voor de ex‐echtgenote. De zus dient vervolgens een klacht in tegen de notaris, deze heeft zonder afstemming met haar het gestorte bedrag doorbetaald. De tuchtrechter acht de klacht van de zus gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op. Deze beslissing bekrachtigt de Notariskamer van het gerechtshof. De zus heeft een beperkt bedrag teruggekregen en geen aandelen in de NV ontvangen. Zij vordert de schade bij de notaris, tot een bedrag van € 50.126,21, te vermeerderen met rente en kosten. Zij stelt dat door de notaris onrechtmatig is gehandeld door het gestorte bedrag aan haar broer te verstrekken en de notaris is ten onrechte er van uitgegaan dat er sprake was van een geldlening. De notaris stelt niet onrechtmatig te hebben gehandeld, daarbij heeft de zus niet voldaan aan haar klachtplicht ex artikel 6:89 BW. De Rechtbank verwerpt het beroep op dat artikel, oordeelt dat sprake is van onrechtmatig handelen en geeft de zus twee bewijsopdrachten ten aanzien van causaal verband en de schade. Enerzijds dient zij aan te tonen dat het gestorte geld slechts tot doel had om 36 aandelen aan toonder te verwerven én dat, in het geval de notaris haar destijds had bericht dat er geen besluit tot uitgifte van aandelen aan haar aanwezig was, zij alsdan van de beoogde transactie zou af hebben gezien. Zij slaagt in dat bewijs niet. In beroep oordeelt het Hof dat de Rechtbank terecht de bewijsopdracht ex artikel 150 Rechtsvordering aan haar verstrekte. Uit de getuigenverklaringen herleid het Hof dat het verstrekken van € 50.000,‐ tot doel had de ex‐echtgenote te misleiden. Tot zover komen de verklaringen overeen. Volgens de ondernemer verstrekte zijn zus hem een lening die door hem terugbetaald moest worden, met 10% van de aandelen als onderliggende zekerheid. De verklaring van zijn zus (en haar echtgenoot) gaat uit van een aankoop van 36 aandelen aan toonder waarbij de geldlening als persoonlijke garantstelling diende. Het Hof stelt vast dat uit de tussen de ondernemer en zijn zus gewisselde e‐mails juist een tegenovergesteld beeld voortvloeit (zij noemt geldlening, hij schrijft aankoop aandelen). Het Hof acht, gelet op de verklaringen en de gevoerde correspondentie, niet bewezen dat haar betaling slechts tot doel had 36 aandelen te verwerven. Voor het tweede deel van de bewijsopdracht is de enkele verklaring van de zus niet afdoende. Op grond van artikel 164 Rechtsvordering is dan aanvullend bewijs nodig, terwijl de verklaring van de ondernemer dat een geldlening beoogd was juist tegen de verklaring (dat zij af zou zien van de transactie als zij geen zicht had op het verkrijgen van aandelen) van zijn zus pleit. Het Hof oordeelt dat causaal verband tussen onzorgvuldig handelen van de notaris en de door de zus gestelde schade niet is bewezen, zodat haar vordering niet kan worden toegewezen. Het Hof bekrachtigt het vonnis in eerste aanleg.

Robert Lonis LVG Advocaten